Medisch tuchtcollege
MEDISCH TUCHTCOLLEGE
&
Leids Universitair Medisch Centrum, LUMC-Klachtencommissie
Prof. Dr. H. kreeg OFFICIËLE waarschuwing!
Velen hebben mijn boekje gelezen: ‘ANNA – ik dans in mijn hoofd’. Het werkje is inmiddels ook verschenen in het Amerikaans/ Engels: ANNA – dancing in my mind.
Het boekje gaat over mijn geliefde vrouw: ANNA! Ze werd ziek, kreeg heftige pijnen in haar rug. De behandelend specialist van het LUMC, Prof. Dr H. stelde de diagnose: ‘slijmbeurs- en peesontsteking’.
Talloze malen heb ik Prof. Dr. H. verzocht om foto’s en een MRI-scan van de rug van mijn vrouw te maken. Ik herhaalde dit verzoek voor nader onderzoek in woord, geschrift over een maanden lange periode. Vriendelijk, dwingend, eisend, wanhopig: ‘Onderzoek alstublieft mijn vrouw Anna, haar wervels zijn ingezakt door welke oorzaak dan ook. Ze is ernstig ziek en lijdt folterende pijnen...’.
Prof. Dr. H. weigerde in alle toonaarden nader onderzoek te doen of een MRI-scan te maken. En stelde slechts: ‘We hebben het hier niet over gevoel mijnheer Van der Heide, maar over pure wetenschap. Ik ben de arts en als behandelend specialist en medicus zeg ik u dat uw vrouw een slijmbeurs-, peesontsteking heeft, dat is mijn diagnose gefundeerd op mijn medische kennis. U bent toch niet de behandelend arts, wèl...?’.
Teneinde raad en volledig wanhopig hebben we op eigen initiatief als particulier met ongekend veel moeite (er waren lange wachtlijsten) zèlf en op eigen kosten een MRI-scan laten maken. De rug van Anna bleek totaal door kanker aangetast te zijn en diverse wervels waren finaal en compleet ingezakt! Anna is letterlijk onder de handen van Prof. Dr. H. verkankerd! Inmiddels is mijn vrouw overleden onder mensonterende pijnen. Het was te laat voor bestraling, chemokuren of welke behandeling dan ook.
Tegen de LUMC-specialist Prof. Dr H. heb ik bij politie/ justitie aangifte gedaan. Er is, op last van de officier van justitie, door het hoofd van de recherche een proces-verbaal opgemaakt.
Op zes strafwetsartikelen kan de specialist eventueel worden vervolgd, waaronder het strafwetsartikel: ‘Zware mishandeling, zonder wapen, de dood tengevolge hebbende...’.
DE STAND VAN ZAKEN NA DE AANGIFTE
Prof. Dr. H. (en ziekenhuis) weigerden iedere vorm van medewerking te verlenen aan de Officier van Justitie. Bij herhaling en pertinent wezen ze in de onderhavige kwestie een verhoor door politie/ recherche af.
Een strafrechterlijk vooronderzoek bevolen door de Officier van Justitie uit te voeren door het politie-apparaat! Als verdachte weigeren om mee te werken aan een verhoor door de recherche/ politie...!
De Officier van Justitie heeft contact opgenomen met de rechter-commissaris.
De rechter-commissaris heeft inmiddels een andere specialist in deze kwestie onder ede verhoord. Tijdens deze verhoorzitting zegden de advocaten van Prof. Dr. H. opeens alle medewerking toe.
De rechter-commissaris zal Prof. Dr. H. als verdachte verhoren.
************
Prof. Dr. H. heb ik tevens voor de klachtencommissie van het LUMC gedaagd en voor het Medisch Tuchtcollege.
Hieronder kunt u de relevante delen van de uitspraken onverbloemd en de letterlijke weergave lezen.
UITSPRAAK 18 juli 2002, LUMC-klachtencommissie.
'De Klachtencommissie is van oordeel dat in een situatie als deze, waarin een dergelijke diagnose wordt vastgesteld en er sprake is van een intensieve arts-patiëntenrelatie, het plegen van een dergelijke inspanning –namelijk het herstel en de continuering van het contact met patiënte- van de heer H. verwacht had mogen worden. Een persoonlijk woord van spijtbetuiging was op zijn plaats geweest. De Klachtencommissie acht uw klacht op dit punt gegrond’.
Mw. Mr. A.M.L. Broekhuijsen- Molenaar
Voorzitter Klachtencommissie LUMC
Medisch Tuchtcollege, uitspraak 21 januari 2003
‘Het volgende consult bij de arts vond plaats op 8 februari 2001. De arts heeft toen, naar aanleiding van de wervelinzakking, een behandeling van klaagsters osteoporose ingesteld met bifosfonaat, calcium suppletie therapie en vitamine D. Voor de diagnose is de arts daarbij afgegaan op wat, volgens mondelinge mededeling van klaagster, volgens de huisarts uit röntgenonderzoek elders zou zijn gebleken.
Het College kan zich daarmee niet verenigen. Het is van oordeel dat de arts ten minste de mededelingen had moeten verifiëren alvorens een behandeling in te stellen. Bovendien heeft de arts, naar hij ter zitting van het College heeft verklaard, klaagster voor de verdere behandeling van haar rugpijn, terugverwezen naar de huisarts. Dit strookt niet met het zelf instellen van een behandeling van de osteoporose.
Voorts is niet gebleken dat de arts deze verwijzing duidelijk in een verwijsbrief aan de huisarts heeft vastgelegd. Dat is wel nodig voor een adequate verwijzing. Ook heeft de arts de huisarts niet geïnformeerd over de instelling van de medicamenteuze therapie voor de osteoporose.
Voorzover klager de arts ook bedoelt te verwijten dat hij in de nazorg tekortgeschoten is, geldt het navolgende. Het College heeft de overtuiging gekregen dat de arts begaan is geweest met de situatie van de patiënte en klager en getracht heeft zijn medeleven over te brengen. Hij heeft dit wellicht niet op een wijze gedaan die klager heeft aangesproken, maar het College kan niet vaststellen dat de arts hier een tuchtrechtelijk verwijt treft.
De conclusie luidt dat de arts tijdens het consult van 8 februari 2001 niet juist heeft gehandeld. Hij heeft toen gehandeld in strijd met het belang van een goede uitoefening van individuele gezondheidszorg. Het College moet hem deswege een maatregel opleggen. Het acht de hierna te noemen maatregel gerechtvaardigd.
RECHTDOENDE: legt aan de arts de maatregel van WAARSCHUWING op.
Deze beslissing is gegeven door:
Mr. J.S.W. Holtrop, voorzitten, Mr C.C. van Dedel- van Walbeek, lid-jurist, Mr Drs R.H. Zuijderhoudt, Drs P.R.H. Vermeulen, Prof. Dr R.G. Poll, leden-artsen, bijgestaan door Mr P.C. Römer, secretaris, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 januari 2003’.
NASCHRIFT
Indien Prof. Dr H. op dezelfde (of een fractie ervan) menselijke, sociale, toegewende manier naar zijn patiënte had geluisterd als de LUMC-klachtencommissie en het Medisch Tuchtcollege naar de ingediende aanklacht, dan was er nooit ‘een zaak’ geweest. En had een ‘WAARSCHUWING van het Medisch Tuchtcollege’, de LUMC uitspraak de CV van Prof. Dr H. nooit hoeven te (ver)ontsieren... Zijn patiënte had dan tevens nimmer zulke folterende pijnen hoeven te lijden...!
Wetenschappers die mogelijk promoveren op proefschrift- thema's als: ‘Inhumaniteit in de gezondheidszorg’, ‘Als een medicus niet meer reageert op folterpijnen...’ of ‘Artsen die door beroepsdeformatie niet luisteren naar hun patiënt...’ zal ik gaarne de volledige uitspraken van het Medisch Tuchtcollege en LUMC-Klachtencommissie toesturen.
Jan C. van der Heide
You Tube: