Op de vlucht
In de meest cruciale periode van het land laten politici het kabinet en het Nederlandse volk vallen. Niemand schiet er iets mee op, de toeslagslachtoffers niet, de virusslachtoffers niet en alle opgesloten Nederlanders niet. En straks ook nog met z’n allen opgehokt door de avondklok, een wet die pijlsnel, omdat de kamer tegen was, door het demissionaire kabinet vast en zeker wordt ingevoerd.
Zelfs twee maanden langer kon de Haagse poppenkast het niet volhouden en vertrok met de staart tussen de benen. Een laffe vlucht en in psychologisch opzicht is het laten vallen van het kabinet en de Nederlander een wanprestatie van de bovenste plank. Straks bij de verkiezingen willen de kiezers vast niks meer met de gevluchte politici te maken hebben… Wat ze gelijk hebben, met figuren die vluchten als de nood het hoogst is, win je de oorlog niet… De eerstverantwoordelijken verlaten het zinkend schip Nederland, wat een kadavermentaliteit. Op de Titanic bleef de kapitein tenminste aan boord en speelde het orkest door om paniek te voorkomen en de mensen niet het gevoel te geven dat ze in de steek werden gelaten…!
Gelukkig zijn er ook hedendaagse parels zoals Gommers, Kuipers, alle IC-werkers en iedereen in de zorg, die blijven tenminste moedig, met letterlijk gevaar voor eigen leven, op hun post en geven echt om hun medemens. Dat is pas ware LIEFDE waar de Nederlander zich aan kan koesteren en daardoor krijgen ze hoop, weer een beetje moed en een gevoel van toekomst...
JCVDH